'In het moederschap verruilt een vrouw haar openbare gestalte voor een hele reeks privé-betekenissen, en die kunnen, net als geluiden buiten een bepaald bereik, erg moeilijk te herkennen zijn voor andere mensen', schrijft Rachel Cusk in dit boek over haar eerste jaar als moeder, iets waar ze niet echt op was voorbereid. Zwangerschap, bevallen, (borst)voeden, gebroken nachten, voortdurende angsten, zorgen en bezigheden, onkunde ondanks het lezen van de - elkaar tegensprekende - babyverzorgingsbijbels, het nooit meer onbezorgd weg kunnen gaan ('naar de bioscoop gaan is niet langer dat: het is minder, het is een aangetast, een verdund genoegen'), oppasproblemen, man/vrouwverhoudingen, maar vooral de traumatische en niet voorstelbare schok van het abrupt en definitief verliezen van je oude autonome ik en je oude leefpatroon. Intelligent en goed geschreven, nuchtere, kritische en meeslepende verhandeling over modern moederschap, zonder de overbekende roze randjes, voorzien van vele literaire en andere citaten (Jane Eyre, Oorlog en Vrede, Madame Bovary, The secret garden, Penelope Leach, dr. Spock). Cusk (1967) schreef vier romans waarvan er twee bekroond werden. Derde druk*. Verberg tekst