De titel Beenderhuis refereert aan het Smithmuseum dat een collectie beenderen en schedels van Aboriginals in zijn bezit heeft. Ruth Galloway wordt als experte opgetrommeld om de ceremoniële opening van een middeleeuwse grafkist van bisschop Augustine Smith bij te wonen. Zo ver komt het echter niet, want ze vindt conservator Neil Tapham vermoord naast de kist. Naast hem ligt een briefje: ‘U hebt onze verzoeken genegeerd, nu moet u voor de gevolgen opdraaien. U hebt onze doden bezoedeld nu zullen de doden u gewroken worden. We komen u halen, we komen u halen in de Droomtijd.’ Ruth heeft ondertussen een nieuwe charmante buurman gekregen, Bob Woonunga, een Australiër die handig is met de didgeridoo. Samen met haar vriend Cathbad behoort hij tot de Elginisten, een genootschap dat de schedels van de Aboriginals terug naar Australië wil brengen om ze in de grond van hun voorvaderen te begraven. De stoffelijke overschotten van de Aboriginals moeten teruggegeven worden aan Moeder Aarde opdat ze de Droomtijd kunnen binnengaan en daarmee de cyclus van de natuur sluiten. Anders zal de Grote Slang zich wreken. Er zullen nog doden vallen en telkens is er een slang bij betrokken. Toch zijn de Elginisten niet de enige verdachten, want ook bisschop Augustine Smith had een vloek uitgesproken over wie zijn doodskist zou openen: als iemand zijn lichaam zou onteren zou die persoon ingeslikt worden door een grote slang. Inspecteur Harry Nelson en zijn team proberen de moorden op te lossen en het doden te stoppen, maar ze kunnen zich niet allemaal aan de zaak wijden omdat ze worden geconfronteerd met een grote drugstrafiek. De manier waarop de drugs worden gesmokkeld en de identiteit van de daders stellen hen voor een raadsel.
Privé gaat het Ruth voor de wind: ze geniet van haar eenjarige dochter Kate en probeert zich over haar verliefdheid voor Nelson heen te zetten. Die heeft immers voor zijn vrouw gekozen. Maar wanneer ze echter met hem geconfronteerd wordt, voelt ze snel opeenvolgend: ergernis (hij is ongelooflijk bazig), respect (hij is erg goed in zijn werk), plezier (hij maakt haar aan het lachen) en onmiskenbare aantrekkingskracht. Toch zet ze schuchtere stappen om een weekendrelatie te beginnen met Max die ze leerde kennen in haar vorige boek: ‘een weekendrelatie is perfect, zo moet ze voor niemand koken en moet ze geen sexy nachtkledij dragen, want daarin heeft ze het altijd koud.’ Beenderhuis is Elly Griffiths vierde Ruth Galloway-thriller. Het boek kan apart gelezen worden want Griffiths geeft korte samenvattingen van de vorige verhalen en situeert de verschillende personages uit Ruths omgeving en uit Nelsons team. Ruth Galloway is nog even sympathiek, no-nonsense en humoristisch, maar de zaak waarin ze nu betrokken is, kan minder boeien dan de vorige. Gewenning?
[Myriam Bellens] Verberg tekst

Forensisch archeologe Ruth Galloway is opgeroepen om aanwezig te zijn bij het openen van een doodskist die vermoedelijk het stoffelijk overschot van een middeleeuwse bisschop bevat. De kist is gevonden bij de bouw van een supermarkt en bevindt zich nu in een museum. Bij aankomst treft Ruth de curator van het museum dood aan. Als de politie arriveert, is dat in de persoon van inspecteur Harry Nelson, de vader van Kate, Ruths babydochter die zij alleen opvoedt. Gedurende het onderzoek overlijdt ook de rijke eigenaar van het museum. Nelson staat garant voor gedegen politiewerk en Galloway doet haar forensisch onderzoek. Ze krijgen te maken met Aboriginals die de beenderen van hun voorvaderen opeisen, dierenrechtenactivisten, drugshandel en occulte zaken. Levendige roman met kleurrijke personages. De worsteling van Galloway om haar werk en veranderende privéleven met elkaar te combineren loopt als een rode draad door dit vierde deel uit de reeks rond Galloway en Nelson. De reeks speelt zich af in Norfolk. De Engelse auteur schreef onder haar eigen naam Domenica de Rosa enkele vrouwenromans. www.ellygriffiths.co.uk. Kleine druk. Verberg tekst